Eind negentiende eeuw is osteopathie ontstaan. Andrew Taylor Still (1828-1917), een Amerikaanse arts, wordt gezien als de grondlegger. Osteopathie is dus een vrij nieuw beroep. De eerste osteopaten vestigden zich in Nederland in 1985.

Tegenwoordig kom je osteopathie veel vaker tegen. Zeker in de wielersport is osteopathie steeds bekender geworden, nadat er voor Team LottoJumbo een osteopaat meeging naar de Tour de France in 2018.

 

 

Binnen de osteopathie wordt ervanuit gegaan dat alles in het lichaam moet kunnen bewegen. Denk hierbij aan spieren, gewrichten, botten, maar ook aan bloedvaten, zenuwen, organen en andere weefsels. Wanneer er ergens bewegingsverlies optreedt, gaat het lichaam dit compenseren. Dit kan het lichaam een behoorlijke tijd volhouden. Daarom zal de osteopaat altijd vragen naar de voorgeschiedenis.

Bewegingsverlies kan komen door verschillende oorzaken. Je kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld operaties, trauma’s of verklevingen. Omdat het lichaam een geheel is, kan het zijn dat de oorzaak van de klacht op een andere plek zit dan waar de klacht zich uit.